"Een goddelijke masseur"
Een goeie vijftiger, lijkt. hij. Misschien net zestig, maar daar blijft het bij. Het zijn, naast zijn postuur, vooral die ogen van hem, welke een mens op het verkeerde been kan zetten. Die fonkelende sterretjes achter grote brillenglazen welke verwachtingsvol kijken als hij zijn werkelijke leeftijd onthuld. `Vijfenzeventig'. Enige verbazing over een zo goed geconserveerd lichaam is wel op zijn plaats. En daar wordt dan ook naar uitgekeken. Zijn ogen zijn vanaf dat moment nog helderder. Alsof zij de ziel willen doorboren, alles bloot willen leggen waarvan de vraagsteller het idee had dat het hem toebehoorde.
Fred van Beek is geen onbekende binnen de artiestenwereld. En ook niet in de zakenwereld. Niet dat hij tot de collega's van deze soort behoort, maar omdat hij hen kent vanaf de massagetafel. Al vele jaren masseert hij stress, en frustraties uit de getergde lijven van zangers -en zangeressen, cabaretiers, schrijvers, managers, captains of industrie ... noem de hele bovenlaag van de bekende Nederlander, en zij kennen Fred. En Fred kent hun. Wie het precies zijn vertelt hij niet. Nou ja, alleen als het gaat om diegene die al geruime tijd zijn overleden. Dan valt ineens de naam van Ko van Dijk bijvoorbeeld. Of Paul Huf. Verder bewaakt hij zijn integriteit omdat dit zowel past binnen zijn levenshouding, als wel dat hij zakelijk genoeg is om te beseffen dat dit een belangrijk onderdeel van zijn werk vormt.
"Natuurlijk komen er zaken via de massagetafel tot mijn oren die ik direct moet vergeten", vertelt Fred.
"Maar het zijn voor mij onbelangrijke dingen. Misschien, en kan het mij ook heel goed voorstellen, zijn er andere mensen erg geïnteresseerd in dit soort informatie, maar mij gaat het om de mens. Niet om welke geheimen hij met zich meedraagt over aardse zaken".
Met dit soort uitspraken zet hij een toon waar men in mee kan gaan of zich tegen verzetten. Maar dan loop je het risico niet veel meer te weten te komen dan wat een gemiddeld masseur doet.
De omgeving waar hij huist en hij zijn praktijk heeft, nodigt ook uit tot diepe bespiegelingen van de menselijke ziel. Niet alleen zomaar de aanwezigheid van Fred is hier debet aan, maar ook de inrichting van zijn twee samengevoegde woningen. Zijn woonkamer welke lijkt op een grote woonkuil omdat je een trapje of moet om er in terecht te komen. Zijn slaapkamer die in open verbinding staat met de praktijkruimte waar Fred ook Yogalessen geeft. De pastelkleuren welke zijn gebruikt. De geur van wierook, of is het wiet? Alles ademt een sfeer die zowel vanuit de jaren zeventig kan zijn blijven hangen, of dat het een reprise vormt naar deze flowerpowertijd.
"Koffie of thee?" Thee natuurlijk, omdat ik vind dat dit beter past bij de omgeving. Fred neemt koffie. Uit een kleine keuken klinken de geluiden van kopjes en schotels en wij nemen plaats aas een tafeltje in de praktijkruimte. Achter Fred halst een ingelijst portret van John Lennon. Als Beatle met die cynische glimlach. Intrigerend is het, om zo'n snort verheerlijking voor een popster te zien bij een man van drieënzeventig. Verder nog wat portretten van wat mindere grootheden. Yoka Baretty, Ramses Shaffy ... en nog wat onbekende lachende gezichten. Een muur met herinneringen zoals men die wel vaker aantreft.
Een gesprek met Fred van Beek is al snel een opeenvolging van uitspraken over alle geheimen van het leven waarvan de geheime gereduceerd worden tot een vanzelfsprekendheid die nu eenmaal past is de filosofie dat er niets bestaat zonder samenhang. Met andere woorden: alles wat er is, leeft en alles wat leeft is hetgeen waar wij toe behoren. Vanuit deze achtergrond behandelt Fred ook zijn patiënten.
"Het is niet zomaar een massage", vertelt Fred, "1k ben is staat mijzelf in de ander te verplaatsen en de pijnpunten in het lichaam op te sporen. Daarnaast weet ik de geestelijke last van een patiënt tijdens zo'n sessie te verlichten. Dit kas ik alleen maar omdat ik geloof dat wij allemaal tilt één en hetzelfde voortkomen. Weliswaar lijken we gefragmenteerd, maar ons geestenleven vormt één geheel. Als dit niet zo zou zijn, zouden er nooit grootheden hebben bestaan. Mensen welke uitgroeide boven de anderen. Wij zelf, de mensheid heeft het opgeroepen. Het is een deel van onze natuur. Cecear, Napoleon, Hitler, het fenomeen was er niet geweest als wij dit niet zelf hadden gecreëerd. Evenals de grote geesten, Jezus, Mohammed, Krisnamurti. Zij die ons inzicht probeerden te geven over ons leven hier op aarde. Wij hebben hen gemaakt. En wij zijn er nog steeds druk doende mee. Fortuyn, Idols,.... Als mensen zich beter bewust zouden zijn dat zij de afgod creëren terwijl zij zelf God vormen, zouden we ons heil er niet is zoeken. Zouden geloven en kerken verdwijnen en samen met hen de fundamentalisten. Nagenoeg alle wereldse ellende zou verdwenen zijn". I
Het lijkt duidelijk dat Fred een buitengewone kijk heeft op de wereld. Hij verfoeit de burgerlijke genoegzaamheid waarmee onze samenleving voortsukkelt. Dit blijkt ook door zijn uitspraken over hoe de meeste mensen alsmaar slapen en weigeren wakker te worden. Weigeren is te zien dat zij hun leven vergooien door geen verantwoordelijkheid te nemen over hun omgeving. Terwijl zij toch alles hadden moeten beneffen dat zij een deel zijn van de omgeving.
"Het heeft allemaal zijn samenhang. Niets kan zonder het ander. We proberen het wel, maar voelen ons tegelijk diep ongelukkig daarmee", besluit Fred. "En dat portret, van John Lennon, wat heeft dat hier mee te waken?" "0", antwoord Fred, "dat heb ik ooit gekocht op de markt. Lang nadat ik John had gemasseerd in het Hilton. Aardige vent. Wist ook dat hij als popster tot een deel van het geheel behoort ".
Auteur: Bert van Balen